Tijd en prestatie

Een klein meisje wordt op haar buik gelegd, ze ontdekt door het gewicht van haar hoofd te gebruiken dat ze terug rolt naar haar rug. Een begin van de motorische ontwikkeling, het leren staan en lopen. Zij zal haar grenzen beetje bij beetje verleggen. Iedere keer een enorme inspanning en niet te vergeten dat wonderbaarlijke doorzettingsvermogen! Allemaal nodig om te kunnen gaan en staan. Geen concurrentie of competitie. Ze blijft in haar eigen tijd, de tijd die nodig is om zich te ontwikkelen.

De Olympische Winterspelen zijn in volle gang. Ik verbaas me over nieuwe takken van sport. Kenmerkend is dat de beweging niet iedere keer zelf actief ingezet wordt, zoals bijvoorbeeld bij het traditionele schaatsen. Het is een voortdurende uitdaging van anticiperen op een reeds bestaande beweging, obstakels passeren, los van de grond komen, in de lucht doorbewegen, op de voeten terechtkomen en dóór: mee in de vaart naar beneden.

skien 001kopieklein

Concentratie, koelbloedigheid, wedren met de tijd en het tarten van het noodlot! Een prestatie die altijd op de toekomst gericht is: nóg sneller door de competitie, misschien ook nóg gevaarlijker en met nog minder grond onder de voeten? Een groot verschil met het bewegen van een klein mensje, ofschoon het gebruik van het gewicht van het hoofd om een draai in te zetten, dát zag ik terug.

Bewegen of niet?

Soms ontwaak je en wil het niet. Dagen, die een vriendin treffend typeert met de zin: ‘Vanmorgen stonden mijn voeten achteruit!’ Wat doe je dan met zo’n beroerde start van de dag? Is het een signaal dat je het te druk gehad hebt, dat recupereren aan de orde is met een ‘dolce far niente’ of is het pure lamlendigheid?

Voeten achteruit copieklein

Op een doordeweekse werkdag trekken dagelijkse verplichtingen je wel door dat dooie moment heen. Maar is er niks van buitenaf en de regen komt met bakken uit de hemel, dan is het een heel ander verhaal. Kruip je onder de dekens tot de zon weer gaat schijnen of dwing je jezelf tot de een of andere bezigheid?

Voor beide opties is wat te zeggen. Niettemin om met opgewekte tegenzin iets te gaan doen werkt meestal verkeerd uit, dan gaat er iets mis. Te lang in bed liggen geeft ook geen prettig gevoel. Kortom wat rest is om zonder enig doel wat rond te klungelen en ik verbaas me er altijd over dat er dan altijd spontaan iets passeert wat je volledige aandacht opeist en de beweging is er weer.

Ik bedoel maar: de gedachte aan het warme water van een zwembadje, waar je dan ook naar toe gaat of iets als overdag naar de film, dat boek uitlezen of eindelijk met die werkjes beginnen die al een tijdje liggen te wachten of gewoon even een afwasje en de planten verzorgen, de overvolle vuilnisbak legen en het koffieapparaat reinigen en een brief schrijven, postzegel erop en naar de brievenbus brengen…

In beweging komen heeft lang niet altijd te maken met lijfelijk flink in de weer zijn.
Dat hele fysieke kan trouwens ook een prettig gevoel geven, al heb ik wel de overtuiging van alles op z’n tijd. De Olympische Spelen zijn er uiteindelijk ook niet elk jaar.

Kijken in de dierentuin

Een rondje door de dierentuin kan zoveel verschillende aandachtspunten hebben. Kinderen herkennen hun speelgoedbeesten. Grote mensen vergapen zich aan de apen of herkennen iets in de gevleugelde gang van de struisvogel.

platvis 001kleinstekopie

Ik zie platte vissen van een flink formaat, die zich voortbewegen door met hun staartgedeelte heen en weer te gaan. Geen draaiingen, ze zijn plat en zo bewegen zich ook in twee vlakken.Verderop zeehonden, ze ogen onder water als bommen. Ze wentelen om hun as en hebben er ogenschijnlijk plezier in om op kop door het water te vliegen. Geen staartbewegingen, er is amper staart. Geen beweging vanuit de romp, ze hebben krachtig bewegende vleugels, die voor die soepele wendbare actie van het gestroomlijnde lijf zorgen.

zeehonden 001kleinekopie

Later zie ik dat de pinguins een kleinere versie zijn. Op het land verplaatsen zowel de pinguins als de zeehonden zich aanmerkelijk minder makkelijk. Zeehonden doen denken aan kinderen, die het kruipen nog lang niet onder de knie hebben en zich op hun buik voort schuiven. De pinguins gebruiken hun vinnen of vleugels om zich rechtop in evenwicht te houden en waggelen dan met de ene kant en dan de andere kant naar voren schuivend, rechtopstaande telgang.

Bij de roofdieren loopt het jachtluipaard over zijn vaste paadjes. Het ziet er nerveus uit, zo onrustig hij rondom kijkt. Hij gaat in een gebroken telgang, links achter tilt hij op en dan een fractie later links voor, vervolgens rechtsachter en rechtsvoor. Net even anders dan de hele linkerkant tegelijk ten opzichte van rechts, zoals andere dieren dat kunnen doen.
De koning der dieren, de leeuw, verplaatst zich vergelijkbaar met het luipaard, hij heeft een afwikkel gebaar in zijn poten, mogelijk valt me dat op omdat ik niet van bovenaf maar van een afstandje van opzij tegen hem aankijkt.

Zoeken we bij dieren naar iets menselijks of willen we iets menselijks bij dieren zien? Bij die enorme ijsbeer heb ik absoluut niet dezelfde gevoelens als bij een speelgoed knuffelbeer. Ik ben blij dat er een flinke gracht en een wand van glas tussen hem en mij is.

Zintuiglijke verwarringen

Vandaag heb ik een nieuwe fles vloeibare zeep in gebruik genomen. Vloeibare olijfoliezeep uit Marseille. Handiger dan het bekende vierkante blok. Toen ik het kocht kon ik kiezen tussen heldere of donkere zeep. Vanwege de afwisseling koos ik voor de donkere variant. olijfolie 001klein Wanneer ik op het pompje druk, komt er een fluddertje spul uit: appelstroop? Er komt een geur vrij: teer? En toch is het gewoon zeep op basis van zwarte olijven, waarmee ik prettig mijn handen was, een beetje anders dan anders. Echter, ik blijf verrast door die vreemde sensatie van appelstroop en teer, of misschien toch zwarte olijvengeur zoals van tapenade…

Is dit nu werkelijk anders dan wat mensen in de praktijk ervaren? Soms attendeer ik iemand erop dat hij of zij achterover helt en dat je zonder veel inspanning rechtop komt te zitten wanneer je in een onderuitgezakte positie met je hand je rug wat naar voren duwt (dat ‘holle’ gevoel) zonder verder iets met je borst of schouders te doen. Dat zit namelijk een stuk makkelijker, maar het voelt eerst vreemd. Een blik in de spiegel zegt iets anders.steuntje in de rug 001kopieklein Zintuigen helpen ons, maar kunnen ook verwarring teweegbrengen. Handen wassen met appelstroop is vast heerlijk kliederen, je krijgt er misschien hele zachte handen van, even je vingers af likken tussendoor geeft vast energie, maar ik hou het toch maar bij een zeepje.

Preventie

Er zijn woorden die overal opduiken. Preventie is zo’n woord. Ik vraag me af of je iets wat je achteraf had willen vermijden, vóór kan zijn. Ben je dan niet steeds bezig met vermijdingsgedrag en wordt die verbanning achtergrondruis? In een onbewaakt moment is het plotseling geen ruis meer en je zit met de gebakken peren.
Ik denk aan het fenomeen van vroeger op school. Je kent je les niet optimaal, je weet het, je wenst van harte dat je geen beurt krijgt en kijkt een andere kant op. Prompt krijg je de beurt. Heb je je goed voorbereid en wil je juist graag een beurt, dan word je overgeslagen.

Wanneer je gestaag bezig bent om je talenten te ontwikkelen en je koestert een brede blik, dan merk je in een veel eerder stadium dat je het en of ander anders kunt doen dan met oogkleppen op doorstieren en uiteindelijk daarin vastlopen.

Het lef hebben om een zucht te slaken en je te bezinnen waar je mee bezig bent, vraagt moed. Kort door de bocht gezegd: preventie betekent lef hebben om momenten van bezinning in te lassen en de tijd durven te nemen om een bepaald doel te bereiken.

Hebben we daarvoor nu een coach nodig? Of is het ook een optie om te luisteren naar de signalen die je lijf je geeft en daar trouw aan blijven?
Het leren luisteren naar je lijf, leer je niet op school, je krijgt het evenmin met de paplepel ingegoten. Je gooit het roer pas om als je vastloopt of anders gezegd: het blijft leren lopen met vallen en opstaan.
We willen het dramatisch vallen voorkómen en dat lukt alleen wanneer je valt in een vroegtijdig stadium, dan is het milder. Aan het vallen, letterlijk en figuurlijk, ontkomen we kennelijk niet. Een troost is dat we van opgedane ervaringen zeker de vruchten plukken. Over het algemeen lopen we ook gewoon, zónder te vallen en staan we dagelijks op!