Preventie

Er zijn woorden die overal opduiken. Preventie is zo’n woord. Ik vraag me af of je iets wat je achteraf had willen vermijden, vóór kan zijn. Ben je dan niet steeds bezig met vermijdingsgedrag en wordt die verbanning achtergrondruis? In een onbewaakt moment is het plotseling geen ruis meer en je zit met de gebakken peren.
Ik denk aan het fenomeen van vroeger op school. Je kent je les niet optimaal, je weet het, je wenst van harte dat je geen beurt krijgt en kijkt een andere kant op. Prompt krijg je de beurt. Heb je je goed voorbereid en wil je juist graag een beurt, dan word je overgeslagen.

Wanneer je gestaag bezig bent om je talenten te ontwikkelen en je koestert een brede blik, dan merk je in een veel eerder stadium dat je het en of ander anders kunt doen dan met oogkleppen op doorstieren en uiteindelijk daarin vastlopen.

Het lef hebben om een zucht te slaken en je te bezinnen waar je mee bezig bent, vraagt moed. Kort door de bocht gezegd: preventie betekent lef hebben om momenten van bezinning in te lassen en de tijd durven te nemen om een bepaald doel te bereiken.

Hebben we daarvoor nu een coach nodig? Of is het ook een optie om te luisteren naar de signalen die je lijf je geeft en daar trouw aan blijven?
Het leren luisteren naar je lijf, leer je niet op school, je krijgt het evenmin met de paplepel ingegoten. Je gooit het roer pas om als je vastloopt of anders gezegd: het blijft leren lopen met vallen en opstaan.
We willen het dramatisch vallen voorkómen en dat lukt alleen wanneer je valt in een vroegtijdig stadium, dan is het milder. Aan het vallen, letterlijk en figuurlijk, ontkomen we kennelijk niet. Een troost is dat we van opgedane ervaringen zeker de vruchten plukken. Over het algemeen lopen we ook gewoon, zónder te vallen en staan we dagelijks op!