IJzeren wil

Dit jaar zijn de merels er vroeg bij hier in de tuin. Niet gewacht tot de blauwe regen in blad zit om in alle beschutting een nest te maken, nee bovenop een vogelhuisje aan de andere muur wordt druk gebouwd. Mogelijk een knusse bedoening straks: merels boven en koolmeesjes beneden?

Vorig jaar deden de merels ook een poging om op dat vogelhuisje onder de kamperfoelie iets te bouwen. Het lukte niet, het schoof eraf. Gaat het dit jaar wel lukken? Die merels zijn volhouders, ze laten zich niet kennen. Het is vast een prettig plekje om te toeven en daar hebben ze kennelijk hun zinnen op gezet. Kleine kinderen en sommige grote mensen zijn net zo volhardend om alles zelf te willen doen, ze laten zich ook niet zo makkelijk van de wijs brengen als ze iets in hun hoofd gezet hebben. Zouden ze dat van vogels afgekeken hebben of hebben mens en dier toch een zelfde soort instinct?

Beroepsdeformatie

In Parijs viel mijn oog op het bovenste bord, ja waarom? Geel en niet rood zoals bij ons? Is het dat of is het wat anders? Mijn oog blijft naar het scheppende mannetje kijken…een linkshandige? Waarom denk ik dat? Zien we actie graag vanaf een bepaalde kant? Zien we nu hem van achteren bekeken? Zou een rechtshandige van rechts naar links scheppen? Dan schept hij wel die berg zand de straat op en dat is niet handig.

Hoe zit dat met links en rechts? Voetgangers komen van rechts, fietsen en trekkers ook.

Het hoofdeinde van een bed (hotel) staat met het hoofd links, het kopje van het restaurant is weer voor een rechtshandige klaargezet. Benzine tanken is nog ouderwets voor een rechtshandige bediende die van achter komt. Nu bij zelfbediening tanken alleen linkshandigen, want de slang is aan de linkerkant gebleven.

Honden aan de lijn komen van rechts, honden verboden komen van links op. Overstekende otters komen van links, kikkers en katten komen weer van rechts. Het springende hert komt van rechts net als de trein. Ruiters en overstekende schoolkinderen komen ook van rechts. Kortom al het gevaar komt van rechts en als iets niet mag dus van links? Nee, want die otters weten het niet. En hoe zit het dan met dat bed of een kopje voor linkshandigen en het tanken voor de mensen die rechts zijn? Het is bijna Pasen: dat wordt zoeken naar het ei van Columbus.

Nee, dat gaat te ver…ik ga voor ‘n heerlijk eitje van chocola met walnotenvulling!

Studiereisje

De invitatie voor de expositie “Danser sa vie” was aanleiding voor een kort en intensief studiereisje naar Parijs. Veel variatie over hetzelfde thema: de expositie in Musée d’Orsay ‘Degas et le nu’ en ‘Matisse, paires et séries’ sloten perfect aan.

Van Degas is zijn ontwikkeling als beeldend kunstenaar te zien: academische tekeningen, die zich gaandeweg transformeren tot werk met een persoonlijke stijl. Ik ben altijd onder de indruk van zijn kleurgebruik. Koude kleuren waar een stukje lijf niet beweegt of warme tinten waar juist heel veel gebeurt! Ook zijn beelden raken me, nergens overstrekking maar een evenwichtige balans. En zo menselijk: zélfs een danseres zoekt met haar hoofd en schouder een steuntje, terwijl ze een kous aantrekt. Er is ook een danseresje, die het staand los in de ruimte doet zonder haar balans te verliezen. Dat deze vrouwen danseressen zijn, zie je duidelijk aan de manier hoe de voet van het opgetilde been in het verlengde van het onderbeen hangt.

Iedere beginnend fysiotherapeut kan zich spiegelen aan zo’n persoonlijke ontwikkeling na de opleiding, net als een schilder of beeldhouwer, echter zonder klei, papier of linnen, maar met bewegende mensen onder handen. Altijd terug kunnen vallen op basisprincipes, spelen met geleerde middelen en vooral een eigen stijl ontwikkelen! Dat laat Matisse ons laat zien in een serie tekeningen: De contour van de schouder blijft niet gelijk als de romp draait bij een vrouw liggend op haar zij (Nu, série F, Nice, Hôtel Regina, 1941). Ook de vorm van de gebogen elleboog verandert door de stand van de arm in de schouder bij de uitgeknipte blauwe vrouwenfiguren (Nu bleu I, II, III, IV, Nice, Hôtel Regina, printemps 1952).

Toegegeven, je moet er oog voor hebben om dat te zien, maar áls je het ziet, dan is het iets om heel vrolijk van te worden! Het skelet, alle spieren, pezen, kapsels en organen zien we normaal gesproken nooit: mooi verpakt en verborgen onder de huid. We kijken naar die buitenkant, zien de vorm en hebben een vermoeden hoe de binnenkant functioneert. Beeldend kunstenaars tonen dat, fysiotherapeuten mogen spelen met bewegen en leren gaandeweg om te zien wat die altijd veranderende vorm ons kan vertellen.

Hoe je van jongs af aan vertrouwd raakt om naar tekeningen te kijken, is te zien in het musée Les Arts Décoratifs: de originele tekeningen van het olifantje Babar hangen op kindhoogte!

Zomertijd

De stem op de radio zei:’Vannacht om 2 uur gaat de zomertijd in. De klok wordt een uur vooruitgezet’. Mijn eerste reactie was zoals altijd: ‘Dat wordt hollen! Hoe haal ik dat uurtje in?’ En dan daarna: ‘gelukkig, nee dat hoeft niet. Vanaf morgen ietsje langer zon buiten in de tuin’.

Zomer, daar horen aardbeien bij. Ik kreeg ze al! In de zon samen aan de thee, met die knoepergrote aardbeien op een beschuitje, besloten we unaniem: ‘nee, die op de zomer vooruitlopende aardbeien smaken niet. Ze gaan de yoghurt in, samen met aardbeiensiroop voor de geur en de smaak.’ Zouden die aardbeien vergeten zijn dat ze niet op de zomer vooruit moeten hollen? Of spiegelen ze de snelheid waar we allemaal last van hebben: een werkje moet al klaar zijn vóór je eraan begint…

Ik ben trouwens wel benieuwd of er morgen toch nog iemand in de wintertijd achtergebleven is en een uur te laat op z’n afspraak komt om dan verontwaardigd te zeggen:’Maar ik ben wél op tijd!’

Constructies

Deze week een eindje van huis: Museum De Pont in Tilburg met de constructies van Ai Weiwei.

Eén krukje als uitgangspunt en dan allemaal krukjes die met elkaar verbonden zijn, omdat de derde poot van elk krukje gedeeld wordt met een ander krukje. Als je goed kijkt, dan zie je dat er sprake is van méér dan alleen die verbinding van de gedeelde poot. De krukjes zijn ook nog anders met elkaar vergroeid of versmolten. Je kunt in de totale constructie van bovenaf kijken, zoals in de kelk van een bloem.

Nog zo’n apart werk is zijn constructie met fietsen. Op de site van het museum komt de ware aard van dit bouwwerk van fietsen zonder stuur en zonder trappers niet goed tot z’n recht. Je moet er omheen lopen, de geur van nieuwe fietsbanden ruiken en de beklemming ervaren van hoe iemand tot deze symboliek gekomen is: stuurloos en niet zelf de beweging kunnen maken, meegevoerd worden in een gesloten cirkel…

Natuurlijk denk ik daarna zelf meteen aan ons skelet, ook een constructie! Hoe ingenieus zit dat in elkaar! Alles is gericht op beweging en beweeglijkheid. Toch zien we het skelet zelf normaal gesproken nooit, we weten dat we botten hebben. We moeten het doen met de verpakking, daaraan zien we hoe we bewegen. Vormen veranderen, maar zonder botten en gewrichten zouden we als kwallen over de aarde schuiven. Je moet specifiek geschoold zijn om te weten en te beseffen hoe die verzameling botten en gewrichten subtiel op elkaar afgestemd is. Mis je die kennis? Je kunt ademloos kijken naar hoeveel en wat voor combinaties van bewegingen mogelijk zijn, wanneer je naar een dansvoorstelling gaat!