Blikvangers

In een museum is er veel om naar te kijken. Ik beperk me meestal tot een vlotte ronde en loop dan terug naar een paar beelden of schilderijen, die iets bij me geraakt hebben, het onderwerp of een bepaalde sfeer. Er is in ieder geval iets wat mijn speciale aandacht trekt.

In het Rijksmuseum hangen schilderijen van Mauve: Ruiters in de sneeuw in het Haagse bos en Morgenrit langs het strand.
Van de zomer fietste ik door het Haagse bos naar Wassenaar en het viel me op dat er amper mensen waren. Een breed pad met hoge bomen achter het Huis ten Bosch om. Niet het pad van Mauve’s ruiters.

Nu kijk ik naar buiten: de bomen zijn wit, geen mensen, geen honden en ook geen ruiters. Toch zie ik ineens dat schilderij van Mauve levendig voor me…


Een witte woensdag


Er is sneeuw gevallen. Het is wit buiten. Het is stil, stiller dan op een vroege zondagmorgen. Je hoort geen auto’s. Het is een film in zwart-wit buiten. Af en toe laten de eenden en ganzen je weten dat ze er zijn, zoals altijd.

Een enkele volwassene staat even stil om te kijken hoe mooi het buiten is. Iemand maakt een foto. Honden lopen anders. Auto’s moeten van de sneeuw ontdaan worden en de ruiten worden schoongemaakt met een krabbertje. Hopen dat het starten geen problemen geeft.

De gewone routine is wat van slag. Fietsers lopen naast hun fiets op straat. Er komen vrolijke kinderstemmen, gekleurde mutsen en jassen huppelen, er gaan sneeuwballen door de lucht…

Bewegen door het leven


‘Later als ik groot ben, dan…‘ Dat is een gedachte, die je koestert als je klein bent en op tijd naar bed gestuurd wordt of als je niet naar de televisie mag kijken voordat je huiswerk af is.

Daarna volgt doorgaans een periode met ambitie en ondernemerszin na een opleiding. Zoeken naar balans tussen werk, huis, familie, vrienden en ontspanning. Ook je kennis en ervaring kunnen doorgeven en overdragen.

Nog een sprong in de tijd: de tijd van pensionering.
In het Frans spreekt men van retraite, zich terugtrekken. Dat laatste is echt niet achter de ramen naar buiten turen, maar selectief de dingen doen waar je je prettig en tevreden bij voelt. Dat kan écht als je groot geworden bent!

Terug naar de bron


In het museum Plantin-Moretus in Antwerpen valt mijn oog op een gezegde van Erasmus: ‘Terug naar de bron’. Naar welke bron vraag ik me af…

Terug naar de veilige wereld van je jeugd? Terug naar ‘Het Dorp’? Zoals gezongen door Wim Sonneveld en nu zelfs te horen bij een reclame op de televisie. Vanmorgen zag ik hoe een tjalk – weliswaar uitgerust met een motor – door de stad voer, in alle opzichten toch heel anders dan de huidige containerschepen…

Ieder beroep heeft zijn basisvaardigheden, dat is ook een bron waar je op kunt terugvallen, terwijl je ook vooruitgang wil en het experiment aangaat.
In de tuin begint het ieder jaar opnieuw. Ook terug naar de bron, naar het begin van de kringloop van seizoenen? Wat zou Erasmus nou precies bedoeld hebben?

Blozende wangen

Renoir schilderde ze zo mooi: de appelwangetjes, blozende wangen. Het roept een sfeer van vrolijkheid, enthousiasme en energie op.

We zetten een houten tafel in de was. De tafel was ruw en bleek. De was ruikt ouderwets en degelijk. Bijna twee potten bijenwas zuigt het blad in zich op.

Even wat opgeschuurd en nóg een laagje was, uitwrijven met een wollen doek tot het blad gaat glimmen en heerlijk glad aanvoelt. De tafel is bijna net als die blozende wangen op de schilderijen van Renoir.