Slow…quick, quick, slow…slow

Mijn oog viel op een artikel in de krant dat de nieuwste trend ‘slow coffee’ is. Koffiezetten met een filter, wachten tot het langzaam doorgedruppeld is en tijd nemen om te proeven. Ik kreeg ooit mee: ‘Koffiepauze’s moet je plannen, dan geniet je van de koffie. Niet tussendoor even een slok koffie nemen, daar wordt een mens onrustig van.’
Filterkoffie heeft meer smaak, al schijnt het dat mensen, die espresso’s gewend zijn, filterkoffie als slap ervaren. Dat komt – las ik – omdat de koffie lichter gebrand wordt, maar daarmee blijven er veel meer nuances in de specifieke smaak behouden. De donkere branding geeft mocca en chocoladearoma’s die in espressokoffie gewaardeerd worden. 
De ware koffiekenner praat op dezelfde manier over koffie als een wijnliefhebber over wijn. (Meer koffie en nog meer en over koffie&thee)

Als ‘slow coffee’ de trend is, dan introduceer ik hierbij nog een nieuwe trend: ‘slow movement’!
Hart en longen, altijd opgejut door conditietraining, cardiotraining, fitness, steps, joggen of even doorfietsen om nog net dat stoplicht te kunnen halen, zijn hot. Geef ook eens aandacht aan het skelet: hoe zitten we in elkaar, waar scharnieren de gewrichten? Gebruik je je spieren wel zoals ze bedoeld zijn? Ik noem maar wat: gebruik je je schouderspieren om je rechtop te houden? Dan zouden ze vast anders genoemd worden, ik denk aan ‘rechtophouders’ of iets dergelijks. Spieren van de schoudergordel worden wel hulp-ademhalingsspieren genoemd. Hulp, want die spiergroepen rond de schouders zijn sociaal, zij nemen  het werk van andere spiergroepen er gemakkelijk even bij, zonder dat we ons dat soms ook realiseren. Toch helpt de taal: schoudersspieren zijn er primair vóór de schouders. Schouders vormen de verbinding van de romp met armen. Armen die de ruimte om ons heen verkennen met handen, die kunnen aanpakken, handelen en hanteren. Kortom: stevigheid en luchtigheid zijn op hetzelfde moment aan de orde! Iedereen weet het: hard knijpen (aanspannen) is veel makkelijker dan actief niet-doen (loslaten). Het gaat om de kunst van het richten van je krachten.

De dagelijkse training van dansers bestaat voor een groot gedeelte uit langzame bewegingen van het lijf als één geheel. Ook daarvan krijgen mensen het warm! Aandacht, rustig opbouwen van soms ingewikkelde bewegingen en van het tempo. Dansers maken een beweging helemaal af. Kijk maar hoe zij een been strekken tot in de puntjes van hun tenen en tegelijk een armbeweging uitvoeren tot in de vingertoppen, terwijl de romp ook actief betrokken blijft. Het aandachtige bewegen wordt begeleid door een pianist, die zijn spel aanpast aan de bewegingsopdrachten. De meeste mensen staan er niet bij stil dat deze aandachtige dagelijkse training de basis is van super-dynamische dansvoorstellingen.

Het handvat

Soms zijn er dingen waarmee je een speciale band hebt. De handrem van de Peugeot 404 bijvoorbeeld, die pakte zo prettig vast. Speciaal vanwege dat prettig vastpakken, heb ik een jaar of wat geleden een replica van een oud strijkijzer gekocht.


Mijn moeder was meester in het verzinnen van ‘werkjes’ voor mijn broer en mij. Een van die werkjes was op zolder zakdoeken strijken. Later werd dat uitgebreid tot wat meer gecompliceerde kledingstukken. De strijkbout was een relatief zwaar ding met een speciaal deukje voor je duim, de handligging verder was ook perfect. Hij had een prachtig neusje, waarmee je knopen goed kon omzeilen.  Als een oceaanstomer die door hoge golven zijn koers weet te behouden en een afgevlakt wateroppervlak achter zich laat, zo werden de kreukels van het wasgoed gladgestreken.

 

Misschien heeft het mooie neusje van die strijkbout ermee te maken, dat ik strijken nog altijd een leuk werkje vind en het met plezier doe. Het is in ieder geval een werkje met altijd resultaat en bovendien bezorgt het me een tevreden gevoel. Jezelf de tijd gunnen om er gewoon mee te beginnen, die stap neig ik wel eens uit te stellen.

Het rustig heen en weer bewegen met zo’n prettig in de hand liggende strijkbout is een vorm van meditatie, gedachten kunnen alle kanten op of komen tot rust en dan ineens is het voorbij: stapeltjes schoon en gestreken wasgoed willen opgeborgen worden en het gewone leven neemt z’n gang.

Een goed begin

Het nieuwe jaar is begonnen. Het oude jaar is klaar, maar het geeft nog werk om het helemaal af te ronden: administratie en in het huishouden.

Lang geleden als stagiaire, had ik een patiënte die docent huishoudkunde was. Zij vertelde me dat er een mannen- en een vrouwenmanier bestaat om een dweil uit te wringen. Dit heb ik onthouden, vooral omdat ze zei dat de vrouwenmanier véél efficiënter is.
Tot mijn verrassing las ik in de roman ‘Het zat zo’ van Meir Shalev (blz 69) dat de hoofdpersoon – een man – vertelt: ‘Mijn moeder leerde me knopen aanzetten, overhemden strijken, broeken verstellen, eten koken en andere klussen die in mijn jeugd alleen meisjes werden bijgebracht, en zo kreeg ik op een dag ook les van haar in het vloeren dweilen.
Na een paar minuten zag ik dat ze met een geamuseerde blik keek hoe ik de dweil uitwrong. Ze vroeg me of ik dacht dat ik de dweil helemaal had uitgewrongen.
‘Helemaal,’zei ik trots. ‘Er zit geen druppel water meer in.’
Toen pakte ze de uitgewrongen dweil van me aan en wrong er meer en meer water uit.
Ik was verbaasd en eigenlijk ook een beetje verontwaardigd. Ze legde me uit wat ze als kind van haar moeder had geleerd: mannen wringen met kracht, vrouwen met verstand. Een man houdt de dweil vast met twee handen, beide met de rug naar boven, en draait dan alleen zijn sterke hand, terwijl hij zijn andere hand stilhoudt om ‘tegenwicht’ te bieden, zoals dat in vaktermen heet. Maar een vrouw, en zeker als ze deel uitmaakt van onze familie, dat wil zeggen, haar dweilopleiding heeft genoten aan oma Tonja’s hogeschool voor de schoonmaak, doet het zo: de rug van de ene hand wijst naar boven, die van de andere naar beneden, en beide handen doen het werk en draaien tot ze elkaar kruisen en de armen recht zijn, en zo worden meer draaimoment en negentig graden extra torsie verkregen.’ Tot zover dit citaat.

Van ervaringsdeskundigen is veel te leren! In romans worden vaker praktische handelingen beschreven in begrijpelijke taal. Ik pleit ervoor dat vanaf nu alle instructieboeken, handleidingen, helppagina’s van computerprogramma’s als een mini-roman door schrijvers geschreven worden, zodat de gebruikers – goedwillende mensen zonder kennis van zaken – begrijpen hoe ze iets handig kunnen doen. Voorspoedig nieuwjaar!

Meer dan voetstappen alleen

Vandaag zag ik voor de derde keer Les Troyens, de opera van Hector Berlioz, in de uitvoering van De Nederlandse Opera.
Na twee keer in het Muziektheater in Amsterdam, zoveel jaar geleden en afgelopen jaar nog een keer, is de televisieregistratie een herbeleving. Ik aarzelde aanvankelijk om het nog een keer
te zien en dan niet in het theater, maar gewoon thuis op de bank. Naar een voorstelling gaan, geeft altijd een gevoel van een feestje. Het heeft een meerwaarde vanwege alles eromheen en tegelijk is het de eenmaligheid waar je deelgenoot van bent. Onvergetelijke indrukken die je van binnen opslaat om te koesteren…

Nu vanmiddag thuis voegt het beeld iets toe aan wat je in het theater zelf zelden zo gedetailleerd ziet. Ik heb het over de details, de shots die een camera maakt. Het oog van de camera volgt Cassandre (Eva-Maria Westbroek). Om de beurt laat – onder alle gewaden door – een scheenbeen zich zien, schuift voorwaarts en dan landt de hiel bijna onmiddellijk gevolgd door de hele voet. De gratie van die beweging stuwt je blik omhoog hoe haar lijf opgericht is boven die voorwaarts gaande voeten en hoe uitdrukkingsvol!
Het woord drama betekent handeling, er gebeurt wat. Ja, er gebeurt zeker wat! Dat bewegende beeld blijft hangen en dan heb ik het nog niet eens over de muziek en het klassieke verhaal over de val van Troye.

http://www.nederland2.nl/programmas/458-ntr-podium-hector-berlioz–les-troyens/uitzending/10299?gids=true
http://www.youtube.com/denederlandseopera?gl=NL&hl=nl#p/u/1/EBa7THSh5IA
(zondagmiddag 2 januari 2011 wordt het tweede deel uitgezonden)

Voetstappen

Nu met de sneeuw zie je zo mooi hoe je je voeten neerzet. Zet je je voeten rechtuit of een beetje dwars? Doen ze allebei hetzelfde? Zie je twee parallelle sporen of lijkt het alsof je op het slappe koort gelopen hebt, namelijk met je voeten op één lijn.

Een experimentje: loop vijf stappen vooruit door maagdelijke sneeuw en loop dan – zonder om te draaien – terug in je eigen voetstappen. Lukt dat of maak je nieuwe afdrukken? Veel mensen zijn geneigd om bij het achteruitlopen kleinere stappen te nemen. Waarom? Zonder het directe zicht met je ogen moet je een ander soort zien aanspreken, dat vraagt soms wat oefening.

Deze sporen zag ik in de tuin en vroeg me af of het een luie vogel geweest was die zijn pootjes niet optilt of hoort het zo met die lijntjes over de grond…