Man op ‘t dak!

 

Nee, nog net even te vroeg voor Sinterklaas… het is de schoorsteenveger!

 

Het is altijd de moeite waard om te kijken hoe de ware ambachtsman zijn werk doet. In de kamer neemt  m’n schoorsteenveger rustig en aandachtig de situatie op en gaat de nodige spullen halen. De kachel krijgt een stuk stofzuigerslang door zijn keel gedrukt. Er wordt van alles afgeplakt, doeken erover en de stekker van de speciale stofzuigen gaat in het stopcontact.

 


Daarna buiten verder. Hij zet een ladder tegen het huis en verdiept zich daarboven in de schoorsteen. Binnen begint spontaan de stofzuiger te brommen, tegelijk hoor ik een vegend geluid door de schoorsteen op en neer gaan. Na verloop van tijd is de stofzuiger weer stil. De kachel wordt weer uitgepakt en klaar is Kees. Niks geen stof en niks geen roet!

 

Prachtig hoe een oud ambacht – uit de begintijd van Sinterklaas wellicht – op een eigentijdse manier bedreven wordt! Hoe ging het destijds zonder die elektrische stofzuiger? De stofzuiger wordt namelijk met afstandsbediening vanuit het dak aan en uitgeschakeld.
Mogen we nog wel schoorsteenvegen zeggen, nu het zuigen erbij gekomen is? Schoorsteenreinigen? Nee, nee! Toen de schoorsteenveger zijn werk gedaan had, gaf hij me een klein miniatuurtje: ‘mevrouw, schoorsteenvegers brengen geluk!’

 

 

Dit is net zo leuk als de gedachte dat Sinterklaas op zijn paard nu rustig van dak tot dak kan springen en straks wat kan laten zakken in mijn schone schoorsteen!

 

Blazen, vegen en zuigen

In Oezbekistan zag ik overal vrouwen met bezems aan het werk. De ene keer wordt die diepe goot geveegd, dan een portaal, een andere keer moet het gazon ontdaan worden van ongerechtigheden.

 

            

Vrouwen die bukken en buigen. Ook vrouwen, die rechtop blijven staan en met een joyeuze draai in het lijf het blad bij elkaar zwieperen. Die bezem met een lange steel vergemakkelijkt het vegen! Daarna komen mannen om die bergjes blad verder af te voeren.

                                                          

Ook hier in Nederland is het blad gevallen. De gemeente is erop voorbereid: er gaan mannen met blazers aan de slag. Ik mis die joyeuze draaiing tijdens hun brommend geblaas. Deze mannen verplaatsen zich van het ene been op het andere, als telgangers, mee met de links/rechtsbeweging van de blazer om een schoon paadje voor hun voeten te krijgen. Zij worden bijgestaan door kleine voertuigen, die – op een standaardmanier – ook alles aan de kant blazen. Letterlijk alles aan de kant, aan één kant: mijn portiek ligt vol! De mannen lopen door in de rechte lijn.

Ligt het nu aan het gemechaniseerde blazen – wat het vegen vervangen heeft – dat mijn portiek ongezien volgeblazen is? Of heeft het met mannen of vrouwen te maken? De rechte lijn of de draai? Het schijnt, dat mannen veel precieser de stofzuiger hanteren dan vrouwen.

Gevraagd aan die mannen of ze in de gaten hebben dat de straat wel mooi schoon is, maar…
Ze kijken me wat glazig aan. Dat mijn portiek de volle laag gekregen had, hadden ze niet opgemerkt. Vraagt de lezer van dit stukje zich af waarom ik mijn portiek met een bezem met een lange steel veeg? Heel eenvoudig: stofzuigen vind ik een vervelend werkje en als bij iedere keer dat de deur opengaat meteen vanalles uit het portiek binnen waait, dan blijf ik aan de gang.    

Zal bij de volgende ronde mijn portiek meegenomen worden in het gemeentelijk blaasprogramma? Stilletjes stel ik me voor wat een prachtige rotaties die stoere mannen laten zien met hun verrassing voor die mevrouw van dat portiek …

Een blik over de grens

In het vorige stukje keek ik niet voor niets met een dromerige blik naar boven naar de lucht.
Ik vloog over Moskou naar Tashkent, de hoofdstad van Oezbekistan*. Een land in Centraal Azië. Een land met een ver teruggaande geschiedenis. Alexander de Grote* trok erheen en vond er zijn vrouw Roxane. Een land waar zo’n 600 jaar geleden de wiskunde, sterrenkunde* en geneeskunde op hoog niveau beoefend werd. Een land waar een belangrijk man ook vrouwen stimuleerde om zich te ontwikkelen. Een land waar oost en west elkaar troffen: de zijderoute. Het land met de vele blauwe en groene koepels. Tot zover een paar trefwoorden.

                       

 

 (tekening uit mijn dagboekje: mausoleum in Chiva*)

In zo’n land wonen ook mensen, die nu leven en werken. Net als wij proberen ook de mensen daar om hun werk efficiënt te doen. Ik zag een fijnschilder aan het werk. Hij had een plankje onder zijn polsen gelegd om een vast punt te creëren om dunne lijntjes te kunnen maken zonder bibberen of trillen. Dat vraagt een subtiel evenwicht van de buigers en strekkers van zijn hand. De spieren van de rest van zijn armen kunnen door dat plankje ontspannen. Ook zijn ademhaling gaat rustig door.

 

Ik moest even aan beeldschermwerkers denken…

 

* bij het aanklikken met de muis verschijnt de link met meer informatie.

Meetkunde in de lucht

Wanneer het al licht is op het moment dat de eerste mensen naar hun werk gaan en ik zit op de fiets voor een vroege afspraak, dan zie ik meestal andere dingen dan tussen de middag wanneer ik even brood ga halen. Dromerig kijk ik naar de lucht.
Die ochtend is de lucht helder blauw vol witte strepen alsof mijn meetkundekennis getoetst wil worden. Wat is ook alweer het verschil tussen een trapezium en een parallellogram? Natuurlijk zie ik ook evenwijdige lijnen, die in een oneindig punt elkaar misschien toch gaan raken? Op straat niet veel verkeer, maar in de lucht kennelijk al wel.

 

Kleuren buiten

Vroeg opstaan kan voor niet-matineuze mensen een worsteling zijn. Toch heeft vroeg op pad gaan iets bijzonders wat je anders mist: stap je ‘s morgens nog in het zwartgrijze van de nacht in de trein van Groningen naar voorbij Amersfoort, dan zie je dat het om je heen blauwer en heel donkergroen gaat worden en dat er steeds meer kleur bij komt. Rood en geel houden niet van de nacht.