In het nieuwe museum Louvre Lens (vlakbij Lille) word je vanaf de oudheid meegenomen en ook weer teruggeworpen in de tijd.
Een tablet van klei waarop lang geleden een moeder haar zoon geschreven heeft. Nu maakt een moeder er met haar tabletje een foto van en stuurt het bericht naar haar zoon. Is er iets veranderd? Alleen in de manier waarop: contact en ontmoetingen blijven we aangaan.

Mijn oog valt op een globe, niet van het ondermaanse, maar met de wereld van de nacht.
Dag en nacht geeft een ritme, net als de zon, de maan en de sterren dat doen. Later zijn de zonnewijzers vervangen door uurwerken, de vastgestelde lineaire tijd. Die tijden over de globe zijn weer onderverdeeld. We krijgen jetlags omdat het simpele dag-nacht ritme verstoord is. Alles kunnen bijbenen …
In dit bijzondere museum word je niet moe, je krijgt geen zware benen. Integendeel, dit museum geeft je energie: de tijd is even weg!
Nuttige weetjes |
Kneden, dat wordt altijd gezegd, hoort bij fysiotherapie. Ik heb het van mijn moeder geleerd met het maken van appeltaart. Niet meteen in dat ei graaien, maar met één hand van buiten naar binnen behoedzaam de ingrediënten door elkaar mengen. De andere hand blijft schoon, want de telefoon kan gaan of de bel… Tot het deeg bijna klaar is, dan neem je de bol in twee handen. Wanneer het niet meer aan je handen blijft plakken en je handen zijn schoon, betekent dat het klaar is. Niet verder kneden. Een kwestie van leren voelen.
Voelen en tasten is een soort proeven met je handen. Kookboeken zijn leuk om inspiratie op te doen, maar uiteindelijk ga je op je eigen smaak af met een beetje meer van dit en wat minder van dat, iets extra’s toevoegen, de oven net iets heter of juist niet en meer tijd nemen.

Nu heb ik deze zomer drie keer kersenjam gemaakt. Iedere ronde gaat net een beetje anders. Eerst de kersen heel gelaten, bij de volgende ronde de helft van de kersen doormidden gesneden en de laatste keer meer vocht toegevoegd…
Voorheen kostte het maken van kersenjam veel tijd tot ik pas de kersenontpitter ontdekt heb. Heel leuk hoe je dan door het sluiten van je hand een soort tangetje (of niet-apparaatje zonder nietjes) dichtknijpt en dan knalt de pit eruit!

Denk nu niet dat fysiotherapeuten alleen maar kersenjam maken vanwege die pittenknijper! In de stad pluk je geen kruisbessen of bramen, bovendien zelden tegen een redelijke prijs te koop op de markt. Na de kersen komen de pruimen en abrikozen voor jam, later in het jaar kweeperen voor gelei en tot slot maakt de oranjemarmelade het jaarlijkse arsenaal van eigengemaakte jam compleet.
Nuttige weetjes |
Het is een bijzonder fenomeen dat er soms – totaal uit het oorspronkelijke verband getrokken – losse, meestal klassieke zinnen zich bij me melden:
‘Laten wij zacht zijn voor elkander, kind.’
De aanleiding van deze regel uit Zwerversliefde van A. Roland Holst is het verhaal van iemand, die een andere kant – de zachte – van fysiotherapie nog nooit ervaren had. Vaak wordt fysiotherapie geassocieerd met rekken en strekken, ‘wat moet dat moet’ en liefst nog een beetje verder of harder (d)rukken om een verstijfd gewricht mobiel te krijgen.
Rekken en strekken kan erg aangenaam zijn na een lang eind in de auto of na het ontwaken, rekkend en strekkend als een hond of kat, de dag te beginnen en de nacht achter je te laten.

Toch kan die losse zin van Roland Holst toegepast worden in de fysiotherapie zonder aan zachte heelmeesters te denken. Veel methoden zijn uit het rustige blijven zoeken en aftasten voortgekomen. Daarom die zachtheid in plaats van hardhandig doordrukken. Roland Holst wist het al en verpakte het in een gedicht.
observaties |
Heerlijk dit warme weer! Alles in de vertraging. Je lijf zwelt wat op en je hebt ‘warm vel’. Dit is een bijzonder gevoel. Doorgaans maar kort aanwezig hier. Het is een beschermend laagje, een gevoel van omhulling, een onzichtbaar hemd. Een subtiel laagje wat zomaar verdwenen kan zijn. Dan pas besef je dat het bijzondere van de warmte er niet meer is.
Mooi beschreven las ik dit gevoel in een boek*. Helga Ruebsamen beschrijft hoe ze vanuit Indië door het Suezkanaal komt; ineens is dat speciale weg. Ze is ontdaan en maakt de vergelijking met een geschilde appel.
Even sensitief is het, wanneer je in die warmte ineens een zacht briesje over je heen voelt komen. Waar komt het vandaan, waar gaat het naar toe? Aangenaam is het zeker. In het Alhambra is zo’n briesje zichtbaar door de rimpeling op het wateroppervlak. Het is niet koud, het is veeleer een minimale beroering of een subtiele aanraking.
Apart dat je je op zo’n moment in de zomer niet goed kunt voorstellen hoe je met een dikke laag kleren de kou van de winter trotseert. Of toch…het gevoel van binnen komen en dat je zo lekker gaat gloeien als reactie op de kou.
Heet, warm, lauw, koel, koud…dan heb ik het alleen nog maar over de lucht en de huid zonder er nattigheid bij te betrekken. ‘Water en lucht’ staat er bij de pompstations, het hoort bij elkaar. Vooral nu niet vergeten om de tomatenplanten water te geven!

*Het lied en de waarheid. (bladzijde188/189)
observaties |
Die zin hierboven komt uit ‘Een vers dat als een nachtkaars uitgaat’ van E. Laurillard. Dat vers begint zo:
In een diligence zaten
Negen menschen bij elkaar;
‘t was een dag van groote hette,
En de lucht was drukkend zwaar.
Iedereen steunt en kreunt de coupletten vol.
Het eindigt met de nuf, zij waait met haar zakdoek alleen maar zeggend: ‘pf!’

Niet te veel doen, rustig aan in de vertraging, misschien ergens aan het water…
Het duurt nooit heel lang hier bij ons.
observaties |