Voorstelling en fantasie

Iedereen, die muziek maakt, weet wat een klankvoorstelling is. Muziekdocenten doen niet voor niets een appèl op het voorstellingsvermogen van hun leerlingen: stel je voor dat… dan klinken dezelfde noten anders, dan horen wij dat er dit of dat aan de hand is. Er ontstaat een verhaal.

Ook met bewegen is het zo, dat je je kunt voorstellen, hoe het is om dit of dat te doen. Je ligt op je rug en je stelt je voor hoe je op je buik gaat draaien. Als je het daarna doet, dan voelt het bekend of het is een verrassing. Kijk naar kleine kinderen die hun eerste pogingen doen! Doe het eens na…

 

Pas logeerde ik in ‘de leeuwenstad’ Braunschweig. De leeuw is een niet-europees dier, maar wel een dier die tot onze verbeelding spreekt als ‘de koning der dieren’ of als symbool van heldhaftigheid, macht en waakzaamheid. Toen er nog geen dierentuinen of foto-safari’s waren om werkelijk te zien hoe een leeuw eruit ziet, hoe een leeuw loopt, op jacht gaat of z’n jongen groot brengt, ontsproten er aan de fantasie van de maker(s) hele bijzondere leeuwen!

 

 

 

 

Van boven

Niet alleen het televisieprogramma, waarin ons land van bovenaf bekeken wordt of de bekende Bosatlas met veel foto’s van boven, ook mensen laten je letterlijk een andere kant zien van bovenaf.
Een raadseltje van lang geleden, dan tekende je dit en vroeg: Weet je wat dit is?*

We zien ons zelf in de spiegel om met onze voorkant geconfronteerd te worden: hoe zit m’n haar? Hoe zie ik er uit? Hoe staat dit jasje of die broek? Passen m’n schoenen erbij? Verzin het maar…
Wat je ook kunt zien is de symmetrie. Staat je ene schouder hoger dan de andere? Verschilt je linkerkant van je rechterkant?

Je eigen achterkant? Dat wordt al lastiger. Je herkent iemand aan z’n rug zonder z’n gezicht te zien of z’n stem te horen. Je ziet een loopje, herkent het ritme, contouren en dat is genoeg: die achterkant is méér dan zomaar een rug, dat is die of die!

Een zijkant zien, dat gaat bij iemand anders makkelijker dan bij jezelf. Zie je iemand van opzij, dan weet je acuut dat zijn neus aan de voorkant zit en z’n billen achter. We trekken al of niet bewust een denkbeeldige lijn vanuit het oor, de schouder, de heup en de enkel en dan is er geen symmetrie, maar een voor- en achterkant. Sommige mensen hellen naar voren of staan altijd een beetje op hun tenen. Anderen staan met overstrekte knieën en een stijve rug. Het gaat wat ver om al die mogelijkheden hier te bespreken: het zijn er véél!

Maar dan van boven! Je hangt over een balkonnetje en kijkt naar beneden… Of iemand zit, ligt of loopt: het kan zo verrassend zijn. Nee, ik zeg niets. Kijk zelf en omdat je niet meteen ergens recht naar beneden kunt kijken, verwijs ik graag naar de penningen van Guus Hellegers. Klik medals aan, bekijk ‘Gone with the wind’ en ‘expecting’ (schuif met de muis van links naar rechts onder de afbeelding  om de bovenkant en ook de onderkant te kunnen zien van deze platte penningen).
Het mooiste is natuurlijk om zelf ‘n penning in je hand te nemen en de hollingen en bollingen te voelen zoals bij ‘Gone with the wind’. Van boven bekeken zit de vrouw alleen met een lege stoel waarvan de zitting opgewaaid is, bol dus. Vanaf de onderkant gezien – hol en bol van de stoelen zijn dan net andersom – komt er een verhaaltje op je af: er staan wel schoenen bij die ene stoel, maar van wie? En waarom? Hoezo?
De penning ‘verwachting’ toont een zwangere vrouw van boven, met haar handen haar ronde buik omvattend. Verrassend ook nu als je de onderkant ziet: de zitting van een stoel met voeten zonder dat je kunt zien wie erbij hoort. Laat staan dat je vanaf de onderkant weet dat het een zwangere vrouw is.

Kortom goed kijken is een kunst!

*Oplossing: een Mexicaan op de fiets.

Actie!

Iedereen kent die momenten dat er zo’n stemmetje van binnen tegen je zegt: ‘toe, ruim die boel eens op!’ Of: ‘maak dat werkje nu eindelijk eens af!’ En dan de reactie… ik doe het niet. Het blijft wel stilletjes knagen. Tot het moment dat de maat vol is. Ineens komt het besef dat ik – mogelijk omdat ik iets niet kon vinden – aan het opruimen geslagen ben. Ik ben spontaan de langzaam gegroeide stapeltjes aan het afbreken. Of heel simpel: de vuilniszak wegbrengen.
Iedereen heeft wel van die persoonlijke weerstandsmomenten voor bepaalde werkjes. Ben je eenmaal begonnen dan lijkt het vanzelf te gaan met uiteindelijk dat voldane gevoel van tevredenheid.

Ik ben altijd weer verbaasd hoe die momenten van actie over me komen. Zou iemand tegen me zeggen dat ik dit of dat moet doen, dan loopt mijn weerstand op. Daarbij komt, dat het met opgewekte tegenzin ook niet wil lukken. Het merkwaardige is, dat ik nog een tijdje allerlei uitvluchten weet te verzinnen en toch en passant veel andere nuttige werkjes opknap. Hoogstwaarschijnlijk tot ik niets meer kan verzinnen, pas dan is de tijd werkelijk rijp om gehoor te geven aan dat stemmetje van binnen: actie, geen geteut meer! Er zijn ook momenten dat ik zeg er geen zin in te hebben of ventileer dat ik tegen iets op zie omdat ik niet precies weet hoe ik het moet aanpakken of het geduld er niet voor kan opbrengen. Merkwaardig als er dan hulp aangeboden wordt, ga ik spontaan zelf tot actie over. Of ik realiseer me dat het niet-doen op termijn vervelender consequenties heeft dan me bijelkaar te rapen en het aan te pakken. Of is het prettiger om samen een klusje te klaren?

Hoe dan ook: ik ben in beweging gekomen! Hoort het bij het begin van het nieuwe jaar? Hoort het bij de voorjaarsschoonmaak, ook al is het nog januari met voorzichtige eerste tekenen van lente in de tuin? Zit het in de sterren? Is het misschien overwinnen van een onbenoembare latente angst?
Geen idee, achteraf ja achteraf, dan moet ik er om glimlachen: het was dus weer eens zo laat! Van al die actie heb ik wel weer een tijdje plezier…tot de volgende hobbel naar alle waarschijnlijkheid.

n.b. Het bijzondere van dit stukje is dat vanuit de (toegepaste) neurowetenschappen er verklaringen zijn, hoe en waarom het zo werkt. Bovendien dat het niet bij iedereen zo werkt. Dat is dan bepaald niet altijd te wijten aan gebrek aan discipline, luiheid of een andere karaktereigenschap zoals vaak verondersteld wordt.  

 

Conditie

Het jaar is nog pril. Het is een beetje als de eerste schooldag. Een blik vooruit in het niets. We hebben zin om van alles aan te pakken. De een ruimt z’n huis op of ordent z’n administratie, de ander denkt aan zijn conditie. 
Wikipedia geeft aan dat conditie voorwaarde betekent of omstandigheid. Lichamelijke conditie richt zich op het fysieke uithoudingsvermogen.
Soms ben ik verrast over het fenomeen conditie: ik zit op de fiets en mijn benen hebben er geen zin in, traag gaan de trappers rond. Zo traag dat je bijna de lettertjes op de band kunt lezen, terwijl er toch geen tegenwind is. En dan wil ik dat stoplicht nog kunnen halen en hup moeiteloos trap ik door: gelukt! Of ik heb reuze veel zin om naar iemand toe te gaan: als een speer gaat mijn fiets van huis tot huis. Wonderbaarlijk dat ik dan niet hijgend op de stoep sta uit te blazen.
Een ander voorbeeld is dit. Je loopt de trap op en komt hijgend en puffend boven, terwijl eerder of een uurtje later je gewoon boven bent gekomen. Hum… die mooie broek met strakke lijnen laat het niet toe dat je heupen vrij bewegen op de plek waar het ‘scharnier’ zit (de liezen), het draaipunt verschuift naar het middel, de buikwand kan niet lekker bewegen, schouders gaan omhoog en je puft als een stoomtrein.
Nog zoiets: de eerste vakantiedag in een heuvelachtig gebied. Brood halen bij de bakker, de berg op… Maar na drie dagen hijg je minder snel.
Of achterom kijken op de fiets en je zwaait uit naar het midden van de weg; dat kan een teken zijn van beginnende verstijving, je romp draait niet prettig mee.

Als het aanpassingsvermogen niet meer een beetje vlot op gang komt, dan is het tijd om te onderzoeken wat er loos is. Daar komt bij dat we altijd vrolijk worden als het lijf een beetje soepel meegeeft. Niet iedereen is van het hardlooptype, rekken en strekken bij het ramen te lappen is ook een vorm van conditietraining, het ommetje naar de brievenbus of kijken of je op het kleed in de kamer nog die kunstjes van vroeger kunt: al die bewegingen die kleine kinderen doen in het eerste levensjaar om uiteindelijk zelfstandig te kunnen staan en lopen. Heel veel oefenmethoden hebben dat eerste levensjaar als richtsnoer. Ik stel voor om nog eens onder de tafel en stoelen door te kruipen, een vrolijk sprongetje in de gang te doen, gewoon omdat het zo’n kick geeft om je vrij te kunnen bewegen.

 

Het Jaar van de Draak

Bij het woord ‘Draak‘ komt in eerste instantie Sint Joris bij me boven. Sint Joris en de Draak, een van de herkenbare heiligen. Meestal is hij te paard en zal hij de draak verslaan, zoals hier in Lübeck.

Er zijn ook andere Sint Jorissen. In Groningen ziet hij eruit als een geslagen man, een totaal andere uitdrukking dan wat ik van hem gewend ben om te laten zien dat het goede het kwade zal overwinnen.

Bij de Chinese astrologie staat het jaar 2012 in het teken van de Draak. Die Chinese draak is de god van het water. Deze draken zijn doorgaans goedaardig, al hebben ze ook andere trekjes. Ze zijn niet met geweld, maar met een list te bedwingen, als dat nodig blijkt te zijn.
Het jaar van de Draak biedt geluk, beweging en enthousiasme als ik een globale blik over wat website‘s laat gaan.

De Europese en de Chinese draak ontmoeten elkaar dit jaar misschien wel en mogelijk wisselen ze wat uit: ‘een beetje weerstand hebben die mensen zeker nodig om niet in te suffen in vaste gewoonten! ‘ Leve de draken om onze beweeglijkheid wakker te houden! Mocht het niet lukken, dan zijn er altijd nog fysiotherapeuten om een handje te helpen…