De stukadoor

De stukadoor neemt het plafond en de muur onder handen. Met een troffel schept hij wat gipsmortel op het grootste plankje. Dat plankje heeft hij in zijn linkerhand zoals een ober zijn dienblad hanteert. Steeds de juiste porties neemt hij over op het kleinere plankje dat hij in zijn rechterhand heeft. Daarmee smeert hij de massa met grote strijkbewegingen uit op het plafond en later als het daar droog is, op de muur.

Vorige week had ik het over de techniek van de gambabouwer, met zijn mooie ritmische schaafbeweging diagonaal van de voeten naar de handen en van de handen naar de voeten. Hij staat in schredestand. De stukadoor staat in een kleine spreidstand, de voeten parallel, zeker wanneer hij op de trap staat. Bij hem vallen de gecoördineerde bewegingen van beide armen in samenhang met de romp en benen tot in de enkels op: de enige manier om geen last van je armen te krijgen bij zulk werk.

De associatie met een behendige ober, die met een blad vol pilsjes zich een weg baant door een druk gezelschap, komt bij me op. En herinneringen aan de oude Karate Kid films (1984), al laten de stukadoor en de gambabouwer zien dat de techniek van die prachtige totaalbewegingen ook zonder karatelessen kan worden aangeleerd.