Wachten en kijken

Twee werkwoorden die in eerste instantie niet zo snel bij elkaar gezet worden. Toch horen ze bij elkaar. Hoe maak je het wachten aangenaam? Ik bedoel maar, soms zit je te springen om aan de beurt te zijn of dat de trein komt en soms is het heerlijk om een beetje te zitten suffen en je blik valt op een schilderij of iemand met bijzondere versierselen of er is een speciale schaduw waar je oog naar toe getrokken wordt. Dit keer viel mijn blik op een tafel met spullen.

“Zou dat een installatie zijn?” vroeg mijn buurvrouw. Installaties zijn kunstwerken. Ik keek nog eens goed: lange lege doosjes en misschien ook doosjes waar nog iets in zat, potjes, een veger zonder blik. Nog veel meer spulletjes, mogelijk vallend onder de noemer ‘on-opruimbaar, maar je weet nooit waar je het nog eens voor kunt gebruiken’. Er stond een hoge stofzuiger onder die tafel, wel met een slang maar zonder steel. Allemaal heel decoratief in die wachtkamer van het ziekenhuis, waar natuurlijk ook stoelen stonden, tafeltjes ertussen met beduimelde tijdschriften, reproducties in lijstjes aan de muur, een klok en in de hoogte een televisie zonder geluid.

Mijn blik dwaalde rustig rondom en ik zag mannen in van die mooie grijze broeken met overal zakken erin en eraan hangen. Een trappetje en een gat in het systeemplafond: er worden tl-buizen vernieuwd. Niks geen installatie! Nieuwe lampen en de spullen die nodig zijn bij het vervangen en om de boel weer netjes achter te laten. Maar het had zeker een installatie kunnen zijn! Natuurlijk was het dat wel, maar niet voor lang.