De menselijkheid van tulpen
Al een tijdje zijn ze er: tulpen! Ik hou van tulpen in een vaas omdat je nooit weet wat ze gaan doen. Ze hebben een eigen karakter, bovendien groeien ze door.
‘Mevrouw, u moet ze in een krant rollen en zo in een vaas zetten, dan gaan ze niet hangen’ of ‘Laat ze een tijdje koud staan voor u ze binnen zet, dan staan ze langer.’ Dat ze in de vaas hun eigen weg gaan, is duidelijk. Waarom soms stijf rechtop als soldaatjes in spinazie of allemaal naar één kant alsof de noordoost passaat waait of treurig naar beneden gebogen ook al zijn ze vrolijk van kleur?
Tulpen zijn bloemen met karakter net als mensen. De ene mens staat rechtop, de ander neigt altijd naar één kant of laat het hoofd hangen als een geknakte tulp. Dat laatste komt nogal eens voor wanneer ik iemand vraag om in kruiphouding een been te strekken. Het bijzondere is dat mensen dat meestal niet door hebben dat zo’n zwaar hoofd die strekbeweging van het been alleen maar lastiger maakt.
Maar met de motoriek van tulpen bemoei ik me niet!