Be-tekenen

Zaterdagmorgen rond acht uur in de trein van Groningen naar Den Haag. Het is druk. Beetje naar buiten kijken: nevelen over het land, groen gras, blauwe lucht met witte en grijze wolken hier en daar, wat zalmkleurig licht breekt door.
Te weinig ruimte om de krant te lezen, de papieren krant dan. Er dwarrelen woorden door mijn hoofd, het blogstukje kan binnenkomen…

Beleven, bewegen, bezinnen, bezitten, bezetten, bestaan, belegen, beweren, bespelen, bewonen, behuizen, bereizen, beluisteren, bezingen, betoveren, bestaan…

Hoeveel woorden bestaan er die met ‘be’ beginnen? Wat betekent dat ‘be’ voorafgaand aan een werkwoord? Heeft het met een zekere distantie te maken?
Bijna al deze woorden hebben te maken met een werkwoord: leven, wegen, zitten, zingen, reizen etcetera. Is het zo dat werkwoorden verbonden zijn met lichamelijke activiteit? Er gebeurt iets of er is iets gepasseerd.

Bij beginnen, belichten, belegen is het lastiger met de verbinding aan een werkwoord. Ginnen? Lichten? Legen?
Bespannen, be-spannen, spannen. Zijn mijn botten dan bespannen met spieren? Of is spannen een eigenschap van spieren die noodzakelijk zijn om te bewegen?
Ik zit in de trein, het beweegt in mijn hoofd…de reis gaat snel!

Er komt er nog eentje boven: betekenen, be-tekenen, tekenen… en dat is lastig in een bewegende trein. Bovendien betekent dit stukje niks.