Boeken
Wanneer ik een boek lees, een roman of een gedicht, blijf ik altijd wat hangen in een passage, waarin beschreven wordt hoe iemand iets doet of hoe iemand zich beweegt.
De handleiding om een kast in elkaar te zetten is doorgaans een tekst met tekeningetjes en cijfers. Hopen dat het allemaal klopt en dat je precies dat doet wat er staat…
De handleiding over ons eigen bewegen, hebben we niet meegekregen. We moeten het zelf uitzoeken, proberen, onderzoeken aan den lijve. Vallen en opstaan!
Toch zijn er wel richtlijnen, ga maar eens na hoeveel verschillende methoden er zijn op bewegingsgebied. Allemaal anders en toch ook weer niet omdat er steeds met andere ogen naar dezelfde oerprincipes van het menselijk bewegen aangekeken wordt. Eerst spreekt het ene je juist erg aan en op een volgend moment is een andere ordening juist helder. Bovendien is het ook maar net hoe iemand je iets vertelt of uitlegt. Het kwartje moet vallen. Niks is zaligmakend, we moeten onze eigen instructie samenstellen.
Daarom lees ik graag een roman: in het verhaal gezogen worden en me helemaal kunnen inleven in die beschrijvingen van motoriek passend bij het verhaal en bij de persoon.