meditatie, concentratie, genezing en training
strijken: op 9 januari 2011 (het handvat) gaf ik aan hoe rustgevend strijken kan zijn. met een zeker ritme heen en weer bewegen, kreukels verdwijnen: een gladgestreken bloesje of een broek met een plooi is het stilzwijgende resultaat. strijken niet als plicht maar als meditatieve handeling.
een week geleden lag er boven een bloesje en een broek te wachten om gestreken te worden. kan ik het linkshandig? rechts moet wel iets doen, want anders strijk ik er allemaal extra plooien in. rechts – hoe beperkt dan ook – geeft de juiste strijkrichting aan. wanneer ik het kledingstuk strak op de plank leg, dan strijk ik het met twee handen. samen houden ze de strijkbout vast en met mijn romp geef ik de heen en weer beweging aan. vandaag merk ik dat rechts alleen de strijkbeweging kan doen, maar dat de strijkbout nog te zwaar is om op te tillen. aardig van links om dat nog wel te willen doen voor rechts!
handen wassen: net geopereerd en dan handen willen wassen, lastig. links wil wel onder de kraan, maar voor rechts moet ik met mijn romp ver voorover buigen. bovendien beweegt mijn arm als een ding met een haakse hoek in mijn elleboog naar voren, mijn hand en onderarm blijken ook niet los van mijn elleboog en schouder te kunnen bewegen. dan het afdrogen. de handdoek ergens opleggen, met mijn vlakke rechterhand – de palm naar onder – dep ik met links die hand tot hij droog is.
intussen kan ik ‘normaal’ mijn handen wassen, met de karakteristieke draaibewegingen in mijn polsen, ellebogen. schouders en romp. afdrogen? geen punt, dat doe ik weer ‘gewoon’ zoals je dat zonder nadenken doet. toch niet helemaal zonder nadenken. mijn arm bemoeit zich er nog mee: niet te wild en niet te enthousiast, alsjeblieft! bewegingen van de pols en onderarm doe je nooit helemaal geïsoleerd, al onze delen hebben altijd een onderlinge relatie. zodra er iets aan schort, ga je dat pas merken. of het moet je beroep zijn waardoor je dat al weet. kennis, maar vooral door goed observeren wat en hoe iemand iets doet en je af te vragen hoe doe ik het zelf en waarom doe ik het zo? hoe ervaar ik de manier van de ander? wat is het verschil en waarom?
bril opzetten: met links die bril op m’n neus zien te krijgen zonder dat ik met de pootjes in een oog prik of dat een kwetsbaar brilletje kapot gaat. het helpt wanneer ik m’n hoofd sterk naar voren buig en nog net niet op tafel leg. na een tijdje gaat m’n rechterhand hulp bieden, maar wel met een steuntje van de onderarm op tafel. ineens lukt het los met twee handen samen en nu zelfs zonder m’n hoofd zo extreem naar voren te buigen. het vaste en bewegende punt gedragen zich weer ‘normaal’ ten opzichte van elkaar: niet het hoofd naar de handen toe, maar de handen brengen de bril naar het hoofd. in eerste instantie met de polsen naar elkaar toe en de ellebogen dicht bij de romp. ook dat verandert, m’n ellebogen gaan mooi naar opzij en m’n handen blijven in de lijn van de onderarm.
na de ontdekking van ‘ik kan iets weer gewoon’, wordt het leuk om het vaker te doen. bovendien dan gaat het steeds makkelijker, maar eigenlijk gaat het bijzondere er dan ook een beetje van af. net als bij kleine kinderen die alles zelf willen doen, kost dat zelf doen eerst veel tijd en verhoudingsgewijs meer inspanning. kinderen worstelen eerst met de juiste schoen aan de juiste voet, dan veters strikken! ofschoon klitteband die vaardigheid wel vereenvoudigd heeft. klitteband is wel een simpeler beweging dan veters strikken, probeer het maar en denk daarbij eens aan de tekst bij het handen wassen van hierboven!
Reacties
Comments are closed.
Ja en dan nog dit, hoe doe je dat nou weer zo snel, met 1 hand/arm??
Gisteravond, donker, grote licht aan, klein lampje aan, grote licht weer uit. Op dat moment beweging tussen dekbedplooien en zomers lakentje. Veel poten en een flink zwart lijf kruipt snel weg. Oei licht aan, voorzichtig zoeken en pakken. Hebbes en heelhuids naar buiten. Wat een oefening voor een 1 armige. Sterkte