Dynamiek
De essentie van bewegen is dat het niet vast te leggen is: het beweegt. Boeken over beweging hebben toch ook wel plaatjes. In grote (erg grote) lijnen zijn er grofweg twee categoriën. De afbeeldingen waarin een beweging gesuggereerd wordt: houdingen met een pijl van de bewegingsrichting. Het dynamische beeld, wat er zoal kan gebeuren wanneer je van de ene naar de andere houding gaat, mis ik vaak (begeleidende tekst ondervangt dat voor een deel).
Daarnaast de statische afbeeldingen: houdingen naast elkaar gelegd soms met de tekst goed of fout. De nuance – op welk moment is dat dan goed of fout – ontbreekt. Een mens kan op zo ontzettend veel manieren bewegen, maar dat doen we nooit ‘los’ of ‘zomaar’, er is altijd een koppeling met de situatie van dat moment.
Foto’s op de sportpagina van de krant laten momentopnamen zien. Een keeper zweeft horizontaal boven het gras op het moment dat hij naar een bal gesprongen is.
Als kijker weet je dat hij daar niet lang zal toeven, hij zal plat op z’n buik vallen al of niet met de bal omklemd: boem op het gras. Nee, niet hoger de lucht in of ineens op twee benen rechtop…
Of het spannende moment bij een hockeyer hoe hij met de aanvliegende bal zal omgaan. Ik zag een foto in de krant, tekende die foto na.
Omdat ik pas allemaal oude Japanse prenten gezien had, heb ik daarvan iets overgenomen: dezelfde foto nog een keertje nagetekend, maar dan met het hoofd achterstevoren gedraaid.
De spanning van het moment voel je meteen! Hoe dat komt? Iets om me in te verdiepen…