Regen

Vandaag is het zo’n dag met donkere luchten. Tussen de buien door fietsen om boodschappen te doen of krijg ik het juist met bakken over me heen? Soms kan het heerlijk zijn om je kleddernat te laten regenen juist in dit seizoen: een warme douche van boven en dan thuis onder de echte douche om dit waterballet af te ronden.
Omdat ik  soms de tijd en moeite niet neem om plastic spullen aan te trekken, valt daarna bij het uittrekken van mijn natte jas altijd op dat mijn achterkant zo goed als droog is, ook aan mijn onderbenen kleven zelden natte broekspijpen. Die natte bovenbenen zijn daarentegen erg onaangenaam.
Bij een gewone lange regenjas flapt altijd één been open, ook al trek je je jas steeds zo dat beide bovenbenen bedekt worden. Door de fietsbeweging blijft dat niet zitten en heb je altijd één nat been. Een plastic regenjas met extra voorzieningen om te fietsen, zoals meer ruimte voor bewegende benen, is een beperkte oplossing want zo’n jas blijft toch een soort tent waarin je een klam gevoel krijgt.
Een poncho heb ik geprobeerd. Dat is ook niet alles: er
ontstaat een vijvertje tussen jou en het stuur, ondanks pogingen om het daar strak te houden. In een onbewaakt moment is het plasje water er toch en dat leegt zich dan altijd op mijn schoenen, waar ik vervolgens in loop te soppen.

Lopen met een paraplu is een oplossing, al kost dat meer tijd en bovendien moet er niet te veel wind staan om de paraplu heel te houden. Die arme paraplu’s, vast de meest vergeten attributen, behalve als je er een nodig hebt. Sinds een tijdje heb ik een prettiger oplossing om me tegen de regen te kleden en die akelig natte bovenbenen te voorkomen. De tip kreeg ik van iemand, die gezien had hoe er voor ruiters een handig plastic voorschoot te krijgen is: een soort schort die tot net over je knieën reikt met een afzonderlijke bedekking aan de voor- en zijkant van je bovenbenen. Met vernuftig klittenband en banden met een kliksluiting heb je een perfecte bovenbeensbedekking, zonder dat gedoe van een broek aan/uit te hoeven trekken, wiebelen op één been en veel nattigheid. Praktisch is ook dat het weinig ruimte in beslag neemt als je dit attribuut voor het geval van ‘je weet maar nooit’ mee wilt nemen.

Ooit kreeg ik van een tuinierende vriendin hele handige tuinschoenen, dit zijn rubber schoenen die eruit zien als afgeknipte kaplaarzen. Om extra schoenenpoetsen te voorkomen, trek ik deze schoenen ook wel aan als zijnde ‘regenschoenen’. Een kort jack wat voor kortdurend gebruik waterafstotend is erbij aan.
En mijn hoofd? Wel lekker om die regen te voelen en een beetje het stoere gevoel te hebben om de natuur te trotseren…