De andere Hermes
Er is een periode geweest dat ik verwoed naar Atlassen keek. Atlas, de god met de wereldbol op z’n nek. Er zijn veel variaties hoe die bol gedragen kan worden, denk alleen al aan de armen en handen in verschillende posities. Atlas van het Paleis op de Dam mocht van Annie M.G. Schmidt in Wiplala de wereldbol naast zich neer leggen omdat hij al honderdvijftig jaar jeuk op zijn rug had en even wilde kriebelen.
Bovenop de Korenbeurs aan de Vismarkt in Groningen ligt de wereldbol links náást het beeld. Atlas is het niet, het is Hermes! Altijd in beweging zijn, dat doet zelfs een god niet. Hermes leunt gracieus met zijn rechterhand op de staf met de slangen. Hij staat losjes in de heupen. Al heeft hij zijn bovenlijf wat naar achteren, hij zakt niet uit. Daar is Hermes te actief voor. Hij overziet hoe het daar beneden op de Vismarkt reilt en zeilt. Zijn linkerarm met die open hand lijkt je blik te kunnen vangen en terug te spiegelen, zoals bij onderhands een bal vangen en werpen.
Voor mij was het een verrassing om te zien dat zelfs Hermes niet altijd in beweging hoeft te zijn, de uitwendige beweging bedoel ik dan. Wat er van binnen in zijn hoofd onder die helm afspeelt dat weten we niet. Zijn voorkomen straalt een actieve rust uit.
Hoeveel mensen zouden naar boven kijken, hem toeknikken en zich afvragen wat die bol toch naast hem doet. Hermes attendeert ons met zijn geopende hand op de wereldbol als symbool voor de wereldhandel. Een duidelijke verwijzing of aanwijzing, alleen het was me ontgaan. De symboliek van gebaren – zeker als het om gebaren van goden gaat – vraagt bij verklaring toch zeker een flinke dosis nederigheid.