Weense benen

Dit keer andere benen: Weense benen. Mooie benen uit een etalage om naar te kijken.

We kijken naar etalage’s en ongemerkt nemen we er wat van mee. Soms iets anders dan wat de oorspronkelijke bedoeling van een etalage is. Kijk eens goed hoe die etalagepoppen erbij staan. Probeer die houding zelf eens. Je zult zien dat die houding zo extreem is, dat het amper lukt om op de been te blijven. In mijn vakjargon denk ik dan: ’Oh, wat een overstrekte knieën! Gelukkig staat er een doorzichtig steuntje onder die voeten, maar die armen moeten wel zo gehouden worden anders valt ze om’.

Het komt nogal eens voor dat we de neiging hebben om onze knieën ‘op slot’ te zetten. ‘Op slot’ betekent dat die knieën niet mee doen in een bewegingsketen.
Beweging van het menselijk lichaam is net als een steentje in een vijver gooien: er ontstaan kringen, het wateroppervlak gaat in z’n geheel reageren op dat ene steentje dat het hele oppervlak in beroering brengt. Wij zijn geen plat oppervlak, wij zijn ruimtelijk en hebben een stevige constructie gericht op beweging en beweeglijkheid: het skelet met veel scharnierpunten die we gewrichten noemen. Sluit je één schakeltje uit in zo’n serie van opeenvolgende actieve gewrichten, dan heeft dat gevolgen voor de andere gewrichten. De Weense etalagepop heeft haar handen ter hoogte van de plek, waar haar wervelkolom ‘merkt’ dat de knieën niet meedoen in het totale bewegingspatroon. Dit kan je ook bij jezelf voelen wanneer je staat. Je legt je handen vriendelijk tegen je rug aan en je strekt je knieën door: je voelt met je handen dat het ‘strak’ trekt in je rug. Dat strakke – d.w.z. niet meedoen in het grote geheel – moet ook weer ergens anders gecompenseerd worden. Die compensaties kunnen (pijn)klachten veroorzaken. Knieën strekken is echt iets anders dan ze te overstrekken. Hier zal ik later op terug komen.