Achterin het zaaltje, ik heb zicht op de andere luisteraars. Het valt me op dat iedereen achterover zit. Niemand zit recht bovenop de zitbeenknobbels, maar erachter.

Ik word afgeleid en ga testen hoe het is om met mijn rug tegen de rugleuning te duwen. Dat merken mijn bovenbenen en wanneer ik gewoon actief rechtop wil gaan zitten dan trek ik me met mijn bovenbeenspieren op. Tja, het kan ook met de buikspieren en nog op veel meer manieren…
wordt vervolgd…
Geen categorie |
Na het linkshandige tuitje van vorige week valt mijn oog op het kleine koekenpannetje, dat ik altijd gebruik om roereieren te maken. Het heeft een dikke bodem waardoor het uitermate geschikt is om heel langzaam warmte toe te laten, roereieren en omeletten willen dat graag.

Behalve dat zie ik dat dit pannetje twee tuitjes heeft! Dus geschikt voor links- én rechtshandigen. Maar giet je een roerei uit? Het glijdt vanuit het pannetje op je bord met een klaarliggend boterhammetje. Hebben die tuitjes nu echt een functie?
Het is mooi voor de pannenman, die misschien wel commentaar op het andere pannetje kreeg: dit ontwerp schopt niemand tegen de schenen …
observaties |
Kijk een mooi pannetje om melk te koken of om havermout te maken.

Ineens valt het me op dat ik, rechtshandig, het links vasthoud en in mijn rechterhand een garde of een pollepel heb om het uitgieten te begeleiden. Het valt me op dat het schenktuitje dan eigenlijk aan de verkeerde kant zit.
Is dit misschien een steelpannetje voor linkshandigen? Of ligt het aan mij dat ik liever een garde in mijn rechterhand heb om niet alleen de melk maar vooral ook het schuim van de opgeklopte melk boven op de koffie te krijgen? Toch eens een linkshandige vragen om melk op te kloppen en het bij de koffie te gieten zonder mijn vraag van te voren bekend te maken…
observaties |
In het tijdschrift Onze Taal (2017 nr 9) lees ik dat de Vlaamse cabaretier Wim Helsen getroffen is door het gedicht ‘Jong Landschap’ uit: Gedichten (1928) van Paul van Ostaijen. Ook ik ben verrast door het gedicht, namelijk hoe een dichter ook naar houding en beweging heeft gekeken en hoe hij dat weergeeft aan de lezer:
Jong Landschap
Zo staan beiden bijna roerloos in de weide
het meisje dat loodrecht aan een touw des hemels hangt
legt hare lange hand op de lange rechte lijn der geit
die aan haar dunne poten de aarde averechts draagt
Tegen haar wit en zwart geruite schort
houdt het meisje dat ik Ursula noem
-in ‘t spelevaren met mijn eenzaamheid-
een klaproos hoog
Er zijn geen woorden die zo sierlijk zijn
als ringen in zeboehorens
en tijdgetaand zoals een zeboehuid –
hun waarde bloot naar binnen schokken
Zulke woorden las ik gaarne tot een garve
voor het meisje met de geit
Over de randen van mijn handen
tasten mijn handen
naar mijn andere handen
onophoudelik
Het meisje staat mooi rechtop gestrekt, verticaal. De geit heeft ook een gestrekte wervelkolom, zoals bij alle viervoeters horizontaal uitgestrekt.
Nee, niet alleen daarnaar kijken, het zijn details. Kom, stap dieper in het gedicht…
observaties |
‘Wat bijzonder, jij koopt nog een echt boek!’, zei pas iemand tegen me.
Inderdaad, het is een groot genoegen om een boek te lezen, een boek met een prettig lettertype en lettergrootte, een boek wat lekker ruikt, wat niet te groot en niet te klein is, niet te zwaar (zeker een roman moet hanteerbaar blijven) en voldoende ruimte om er met potlood wat aantekeningen in te maken op prettig aanvoelend papier. Al die zintuiglijke genoegens maken het extra aantrekkelijk om de inhoud tot je te nemen en ervan te genieten.

Nu het nieuwe seizoen weer begint, kijk ik in oude boeken met uitleg van specifieke bewegingsmethoden. Begin vorige eeuw schoten die methoden als paddenstoelen uit de grond. Achterin die boeken staan verwijzingen. Grappig, het is net als met recepten. Kennelijk neemt iedereen van elkaar over wat smaakt en bevalt. Zo ontstaat zowel een heerlijke taart of maaltijd, maar hetzelfde principe van de goede dingen van elkaar overnemen wordt ook gebruikt om inzicht en bewustzijn van het bewegende lijf door te geven.
observaties |