Madeleine

Vanmiddag iets lekkers bij de thee: een madeleine van Broodje van eigen deeg. Natuurlijk denk ik dan aan de romancyclus ‘Op zoek naar de verloren tijd’ van Marcel Proust.

Hoe is het ook alweer? De verteller doopt een madeleine in de thee. De geur die daarbij vrijkomt roept een herinnering op.

Een persoonlijke herinnering: ooit liet iemand me zijn handen ruiken. Gatsie, dat ruikt geel! Wacht even, wat is dat? Levertraan! De ponies, die ik een tijd verzorgd heb, kregen een lepel levertraan door hun voer. Heel goed oppassen dat je dat niet op je handen kreeg en als dat toch gebeurde dan moest je niet met die hand in de buurt van je neus komen. Het effect is net zo erg als wanneer je een pepertje gesneden hebt en dan per ongeluk in je oog wrijft.
Zintuigen kunnen erg gevoelig zijn…

Heftig

Overal in de wereld zijn de klimaatverschijnselen heftig. Er is veel in beweging: smeltende gletchers, orkanen, stijgende zeespiegel, hogere temperaturen…

De herfst is begonnen. Dit jaar lijkt het dat alle kastanjebomen in de stad op dezelfde dag al hun kastanjes tegelijk hebben laten vallen, de bodem ligt ermee bezaaid.

Bewegen moet, maar wel een beetje gedoceerd. Dat laatste heeft de natuur nog niet helemaal in de smiezen.

Hoezengedoe

Het gebruik om bedden op te maken met lakens en dekens is op een zeker moment verdrongen door de introductie van een dekbed met hoes. Mijn herinnering blijkt te kloppen dat het gebruik van een dekbed uit Duitsland komt. Het dekbed heeft zeker voordelen boven het gebruik van een laken met een of meer dekens. 

Ik ervaar als nadeel dat het dekbed de neiging heeft om beneden uit de hoes te zakken. Wanneer je het dekbed over je heen wil trekken, is de kans groot dat je alleen de hoes te pakken hebt. Hetzelfde heb je ook bij het verschonen van de hoes: hoe vul je de bovenkant van de hoes optimaal?!

Kennelijk komt dat vaker voor en er is over nagedacht hoe dat op te lossen is. Mijn favoriete dekbedhoes heeft van boven aan de zijkant een opening van ongeveer tien centimeter, daardoor trek je dan dagelijks even het dekbed naar boven zodat je in ieder geval begint met een goed gevulde hoes.

Blik in de verte…

Het Emmaviaduct is berucht vanwege de flitscamera, maar ik ben op de fiets. Ik hoef niet op mijn snelheid te letten, ik kijk opzij en zie de wirwar van rails. Het doet me denken aan andere uitzichten op het spoor, bijvoorbeeld in Parijs, met al die vlechtwerken van rails bij de kopstations.

Er komt een liedje bovendrijven: Une dimanche á Orly. Een chanson van Gilbert Bécaud, uit een tijd dat vliegen nog heel bijzonder was en niet voor heel veel mensen bereikbaar

Het is een liedje van lang geleden, maar fantaseren over waar je allemaal naar toe kunt gaan, veroudert niet. Zowel op station als vliegveld is het nog steeds aangenaam mijmeren over onbekende bestemmingen…

Kracht en tegenkracht

Opstappen op de fiets: handen aan het stuur, linkervoet op de trapper en steppen met het rechterbeen aan de linkerkant van de fiets, tegenwicht aan de rechterkant van het stuur, afzetten en het rechterbeen vindt de trapper, ik zit op het zadel en fiets weg.

Niets bijzonders dus, maar ik merk die tegendruk op het stuur en besef dat ik met krachten aan het spelen ben. Die druk, gecombineerd met gewicht geven, ondersteunt de balans van de fiets en helpt bij de afzet van mijn rechterbeen.

Nog zoiets: aardappels afgieten. De pan, met de deksel op een kier, draai ik naar me toe met een beweging in pols en elleboog. Ik kan rechtop blijven staan en de stoom komt niet in mijn gezicht. Dat is handiger dan die pan van me af te draaien, waarbij ik ook mijn schouders en romp zou gebruiken, of zelfs nog extremer zou kunnen meebewegen en op mijn tenen komen te staan. Kortom instabiel en inefficiënt. Gelukkig hoeven we er lang niet altijd over na te denken, het gaat vaak zelfs beter als je er helemaal niet aan denkt.