Vakmanschap en ambacht

Door de stukadoor en de gambabouwer (zie het blog van vorige maand) krijg ik nog meer oog voor ambacht en vakmanschap. Het is een bekend fenomeen: wanneer je door iets speciaals gepakt wordt, kom je het ineens overal tegen.

Ik breng mijn nieuwe broek naar het naaiatelier om de naad in de boord aan de achterkant wat te laten innemen. In theorie weet ik ongeveer hoe het moet: de achternaad en de boord een eindje losmaken, stukje stof naar binnen vouwen en alles weer dicht stikken.

Dit is kort door de bocht gezegd, want de praktijk vraagt een vaardigheid van hoe je naden los peutert, de behendigheid met de naaimachine en vooral de rust en het geduld om het netjes te doen. Mijn verhouding met de naaimachine is slecht, er gaat altijd iets mis. Ik heb grote bewondering voor mensen, die van een grote lap een goed passend kledingstuk kunnen maken, maar ook voor de mensen die het pietepeuterige verstelwerk tot een goed einde  weten te brengen.