Overwinteren

Er zijn mensen, die weemoedig kijken naar trekvogels. Intuïtief zijn ze voor de komst van sneeuw en ijs vertrokken naar warmere oorden om pas als het daar té warm wordt terug te vliegen. Ergens overwinteren doet me denken aan oude boeken, waarin welgestelden naar de Côte d’Azur gingen. Of kuren in de bergen met sneeuw, strak blauwe luchten en onder een deken op een ligbank van de zon genieten. Door die gedachte geïnspireerd ben ik begonnen in De Toverberg van Thomas Mann.

Een bestaan zonder prikkels moet toch uitermate saai en vervelend zijn. Ga je dan uit lamlendigheid toch op zoek naar iets om je mee bezig te houden? Dit dikke boek met lange volzinnen dwingt me om bij de les te blijven, niet af te dwalen en me te concentreren op de tekst. Heel bijzonder hoeveel de schrijver kan vertellen in die op zich saai aandoende omgeving. Als ik nu eens zelf drie dagen naar een Kurort zou gaan, in navolging van Hans Castorp, die in plaats van drie weken zeven jaar in dat Kurort bleef, zou ik er dan ook op z’n minst zeven weken blijven hangen? Een tekenboekje en mijn verfdoosje in de koffer doen, dat is zeker!